Oefeningen
Zwaaien met je armen naar achteren. Ga op een plek staan met voldoende ruimte om je heen en draai je armen om-en-om achterwaarts. Zoals bij rugcrawl bij het zwemmen. Zorg dat je schouders zo laag mogelijk en lekker los blijven.
Draaien met je schouders naar achteren. Draai rondjes met beide schouders tegelijk naar achteren
Schouders laten zakken. Trek je schouders eerst helemaal op recht naar boven, richting je oren. Laat ze vervolgens helemaal, zo ver als lukt, naar beneden zakken. Je kunt hierbij ook iets in je handen nemen, zodat je schouders makkelijker omlaaggaan. Denk hierbij aan een flesje water in elke hand.
Rekken van je nekspieren. Zorg dat je rechtop staat of zit met je schouders omlaag. Laat vervolgens voorzichtig je oor naar je schouder zakken. Probeer wel vooruit te blijven kijken. Je kunt dit voor de spiegel doen zodat je kunt zien dat je naar voren blijft kijken. Doe dit naar beide kanten en hou het ongeveer 10 tellen vast
Maken van een onderkin. Hierdoor rek je de spieren helemaal bovenin je nek. Het beste kun je deze oefening ook voor de spiegel doen. Beweeg je kin, zonder omlaag te kijken, zo ver mogelijk naar achteren. En daarna weer helemaal naar voren.
Tenslotte is het, zeker bij hoofdpijnklachten, altijd belangrijk om voldoende water te drinken. Water zorgt ervoor dat je lijf kan werken en de afvalstoffen goed kunnen worden afgevoerd.