Wat gebeurt er met je baby bij een kunstverlossing?
Om te zorgen dat je baby geboren kan worden, is soms een kunstverlossing nodig; het kind wordt dan gehaald met een tang, de vacuümpomp of een keizersnede. Dit is op zo’n moment in het belang van moeder en kind. En het is maar goed dat deze methodes er zijn, want hierdoor is de kindersterfte bij de geboorte aanzienlijk afgenomen!
Er wordt door een kunstverlossing echter wel veel kracht uitgeoefend op de schedel van je baby. Er wordt aan het hoofdje getrokken, terwijl bij een natuurlijke bevalling alleen op het hoofdje geduwd wordt. Ook wordt vaak het hoofdje iets gedraaid om de uitdrijving makkelijker te laten verlopen, wat de schedelbasis op spanning kan zetten. Het schedeltje kan hier niet goed tegen. De verschillende manieren van kunstverlossing, tang, vacuümpomp en keizersnede, veroorzaken ook verschillende klachten bij je baby.
Vacuümpomp
Bij het gebruik van een vacuümpomp ontstaat er, door de zuigkracht van de pomp, een verharding in de schedel. Dit komt omdat zeer lokaal de botontwikkeling wordt gestimuleerd. Hierdoor, en door de trekkracht op het hoofdje al dan niet met het draaien van het hoofdje, kan een kindje heel sterk reageren.
Het kindje kan onrustig worden, slecht slapen, spugen, buikkrampen krijgen, veel huilen, een voorkeursrotatie en nog veel meer klachten krijgen.
Tangverlossing
Een tangverlossing komt tegenwoordig niet vaak meer voor, meestal wordt voor de vacuümpomp gekozen. Bij een tangverlossing ontstaat een compressie en een tractie op het schedeltje. Hierdoor kunnen ook klachten ontstaan, zoals refluxklachten, een voorkeurshouding of slecht drinken.
Keizersnede
Bij een keizersnede gaat het kindje niet door het geboortekanaal. Hierdoor wordt het kindje een hoop druk op de schedel bespaard. Het is echter voor de ontwikkeling en ontplooiing van de schedel wel belangrijk dat die druk er is geweest.
Bij een natuurlijke bevalling ontstaat er druk op de schedel tijdens de passage in het geboortekanaal, en een ontplooien van de schedel als het kindje uit het geboortekanaal komt. Met de opbouw en het wegvallen van de druk worden kleine fixaties in de schedel gecorrigeerd, die kunnen ontstaan door het lang in de buik zitten. Een ander groot verschil is dat het kindje bij een keizersnede vaak aan het hoofdje uit de baarmoeder wordt getrokken, in plaats van er via de billen uitgeduwd te worden. Als dit door een keizersnede niet is gebeurd, kan een kindje ook veel gaan huilen en onrustig zijn.
Wat kan een osteopaat voor uw baby betekenen?
De schedel van een baby bestaat uit meerdere botgroeikernen die gelegen zijn in het bindweefsel. De schedel heeft een grote mate van flexibiliteit en mobiliteit, doordat het bot nog niet zo dik is en de kernen voor een groot gedeelte nog met bindweefsel met elkaar zijn verbonden.
Door deze flexibiliteit kan er ook spanning ontstaan op structuren die door de schedel naar binnen en naar buiten moeten, denk aan zenuwen en afvoerende bloedvaten. Als er aan de schedel wordt getrokken of gedraaid, kan er spanning ontstaan op het hele systeem. Hierdoor kunnen deze structuren in de verdrukking komen.
Een osteopaat kan door zachte technieken te gebruiken de schedelnaden en het bindweefsel rondom weer normaliseren. Hierdoor krijgen de zenuwen en bloedvaten die vanuit de schedel naar buiten komen weer ruimte, waardoor ze de organen en spieren weer goed gaan aansturen. Ook de afvoer van bloed normaliseert zich hierdoor weer. Voor een comfortabele behandeling voor je baby gebruiken we grote babykussens.
Heeft jouw baby klachten na een kunstverlossing?
Neem dan contact met ons op. We helpen jou en je kindje graag.